Op 1 juli 2021 zijn een aantal wijzigingen van Richtlijn 2006/112/EG (de BTW-richtlijn) in werking getreden, die betrekking hebben op de btw-regels voor grensoverschrijdende e-commerceactiviteiten van business-to-consumer (b2c).
Om de nieuwe wet begrijpelijker te maken, heeft het Directoraat-generaal belastingen en douane-unie van de Europese Commissie de toelichting op de btw-regels voor e-commerce gepubliceerd. Volgens deze verklaringen zijn de wijzigingen gericht op de uitdagingen die voortvloeien uit de btw-regelingen voor afstandsverkopen van goederen en de invoer van zendingen met een geringe waarde, te weten:
- EU-bedrijven die via internet goederen aan eindverbruikers in andere lidstaten verkopen, moeten zich voor btw-doeleinden laten registreren en btw aangeven in de lidstaat van de verbruiker indien hun verkopen hoger zijn dan de drempel voor afstandsverkopen, d.w.z. 35 000/100 000 EUR. Dit brengt grote administratieve lasten met zich mee voor handelaars en belemmert de ontwikkeling van de onlinehandel binnen de EU;
- aangezien btw-vrijstelling wordt verleend voor de invoer van goederen van geringe waarde tot maximaal 22 EUR en deze vrijstelling tot onrechtmatige praktijken leidt, lopen de lidstaten een deel van hun belastinginkomsten mis;
- aangezien niet-EU-bedrijven die goederen uit derde landen aan consumenten in de EU verkopen, btw-vrije leveringen in de EU kunnen verrichten en zich niet voor de btw hoeven te registreren, profiteren zij van een duidelijk commercieel voordeel ten opzichte van hun in de EU gevestigde concurrenten.
Dit zijn de voornaamste veranderingen:
- gezien het succes van het mini-eenloketsysteem (MOSS) van de btw, dat aanbieders van telecommunicate-, omroep- en elektronische diensten (TBE) de mogelijkheid biedt zich in een lidstaat te registreren voor de btw en in die lidstaat de in andere lidstaten verschuldigde btw aan te geven, wordt dit systeem uitgebreid tot andere b2c-diensten, intracommunautaire afstandsverkopen van goederen en bepaalde binnenlandse goederenleveringen. Hierdoor ontstaat dus een groter eenloketsysteem (OSS);
- de bestaande drempel voor intracommunautaire afstandsverkopen van goederen wordt afgeschaft en vervangen door een nieuwe drempel van 10 000 EUR die voor de hele EU geldt. Onder deze drempel kunnen TBE-diensten en intracommunautaire afstandsverkopen van goederen onderworpen blijven aan de btw in de lidstaat waar de belastingplichtige die deze TBE-diensten verricht, is gevestigd of waar de betrokken goederen zich op het tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer bevinden;
- er worden bijzondere bepalingen ingevoerd volgens welke een bedrijf dat via een elektronische interface leveringen faciliteert, voor btw-doeleinden wordt geacht die goederen zelf te hebben ontvangen en geleverd (“gelijkgestelde leverancier”);
- de btw-vrijstelling bij invoer van kleine zendingen tot maximaal 22 EUR wordt geschrapt en er wordt een nieuwe bijzondere regeling in het leven geroepen voor afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 150 EUR bedraagt. Deze wordt het eenloketsysteem voor invoer (IOSS) genoemd;
- er worden vereenvoudigingsmaatregelen ingevoerd voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen die deel uitmaken van zendingen van maximaal 150 EUR, voor gevallen waarin het IOSS niet wordt gebruikt (bijzondere regelingen);
- er worden nieuwe boekhoudkundige voorschriften ingevoerd voor bedrijven die via een elektronische interface leveringen van goederen en diensten faciliteren, ook wanneer de elektronische interface geen gelijkgestelde leverancier is.
De nieuwe bepalingen hebben betrekking op de volgende handelingen:
- afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen door leveranciers en gelijkgestelde leveranciers (gedefinieerd in artikel 14, lid 4, tweede alinea, van de btw-richtlijn), met uitzondering van accijnsgoederen;
- intracommunautaire afstandsverkopen van goederen door leveranciers of gelijkgestelde leveranciers (gedefinieerd in artikel 14, lid 4, eerste alinea, van de btw-richtlijn);
- binnenlandse verkopen van goederen door gelijkgestelde leveranciers (zie artikel 14 bis, lid 2, van de btw-richtlijn);
- diensten verricht door niet in de EU gevestigde belastingplichtigen of door in de EU, maar niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtigen, die worden afgenomen door niet-belastingplichtigen (eindverbruikers).
In de volgende blogberichten beschrijf ik meer in detail de wetswijzigingen met betrekking tot de elektronische interfaces en met betrekking tot de EU en NON-EU speciale regelingen.