BTW e-commerce: elektronische platforms

Een overzicht van de belangrijkste veranderingen op het gebied van e-commerce vind je in het vorige artikel. Deze tekst vat de bepalingen van de e-commercewet met betrekking tot elektronische platforms samen.

Om de nieuwe wet begrijpelijker te maken, heeft het Directoraat-generaal belastingen en douane-unie van de Europese Commissie de toelichting op de btw-regels voor e-commerce gepubliceerd. Volgens deze verklaringen zijn de belastingplichtige, die via een elektronische interface, zoals een marktplaats, platform, portaal of soortgelijk middel de levering van goederen faciliteert, is de gelijkgestelde leverancier in het geval van:

  • afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen in zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 EUR, vaak aangeduid als goederen van geringe waarde — artikel 14 bis, lid 1, of
  • goederenleveringen binnen de Gemeenschap door een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige aan een niet-belastingplichtige; zowel binnenlandse leveringen als intracommunautaire afstandsverkopen van goederen vallen hieronder — artikel 14 bis, lid 2.

Met andere woorden: de belastingplichtige die via een elektronische interface de levering faciliteert, wordt een gelijkgestelde leverancier voor leveringen van het volgende via zijn elektronische interface:

  • goederen in zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 EUR, geleverd aan een afnemer in de EU en ingevoerd in de EU, ongeacht of de onderliggende leverancier / verkoper in of buiten de EU is gevestigd;
  • goederen die reeds in de EU in het vrije verkeer waren gebracht en goederen die zich in de EU bevinden, waarbij die goederen worden geleverd aan afnemers in de EU, ongeacht de waarde ervan, wanneer de onderliggende leverancier / verkoper niet in de EU is gevestigd.

Bijgevolg wordt de belastingplichtige die via een elektronische interface de levering faciliteert, geen gelijkgestelde leverancier voor handelingen in verband met het volgende:

  • in de EU ingevoerde goederen in zendingen met een intrinsieke waarde van meer dan 150 EUR, ongeacht waar de onderliggende leverancier / verkoper is gevestigd;
  • goederen die reeds in de EU in het vrije verkeer waren gebracht en goederen die zich in de EU bevinden en die worden geleverd aan afnemers in de EU, ongeacht de waarde ervan, wanneer de onderliggende leverancier / verkoper in de EU is gevestigd.

Tabel 1 hieronder bevat een overzicht van de verschillende factureringsverplichtingen.

Tabel 1: facturering

Leveringen Factureringsplicht volgens de btw-richtlijn? Kunnen lidstaten factureringsplicht opleggen? De factureringsregels van welke lidstaat?
Gelijk- gestelde b2b- levering Een afstandsverkoop van ingevoerde goederen (artikel 14 bis, lid 1) Niet van toepassing*

* Handelsfactuur voor inklaring

Niet van toepassing Niet van toepassing
Een goederenlevering binnen de EU (artikel 14 bis, lid 2) JA Niet van toepassing Lidstaat waar de levering plaatsvindt
Gelijk- gestelde b2c- levering Een afstandsverkoop van ingevoerde goederen (artikel 14 bis, lid 1) die in de EU plaatsvindt NEE*

* Handelsfactuur voor inklaring

JA a)    Gebruik van de bijzondere regeling

—  lidstaat van identificatie

b)   Geen gebruik van de bijzondere regeling

—  lidstaat waar de afstandsverkoop van ingevoerde goederen plaatsvindt

Een goederenlevering binnen        de        EU

(artikel 14 bis, lid 2):

1)      binnenlandse levering door EI

2)      afstands­verkoop van goederen binnen de EU door EI

1)   NEE

2)    a) Gebruik van de bijzondere regeling — NEE

b) Geen gebruik van de bijzondere regeling — JA

1)    JA

2)     a) NEE

b) JA

a)    Gebruik van de bijzondere regeling

—  lidstaat van identificatie

b)    Geen gebruik van de bijzondere regeling

—  lidstaat waar de afstandsverkoop van ingevoerde goederen

plaatsvindt

De bepaling inzake de gelijkgestelde leverancier is een voor btw-doeleinden in het leven geroepen “fictie”. De gelijkgestelde leverancier heeft de goederen gewoonlijk niet in zijn bezit en de overdracht van de eigendom van de goederen vindt plaats tussen de onderliggende leverancier en de afnemer. Daarom beschikt de gelijkgestelde leverancier vaak niet over de informatie die nodig is om de plaats van levering vast te stellen en om aan zijn btw- verplichtingen te voldoen, zoals de plaats waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van de transactie (plaats van verzending) of de aard van de geleverde goederen. De elektronische interface moet dergelijke informatie krijgen van de onderliggende leverancier. Voorts moet de gelijkgestelde leverancier bepalen wat zijn btw-verplichtingen zijn op het moment dat de afnemer afrekent. Bijgevolg is de gelijkgestelde leverancier vaak afhankelijk van de nauwkeurigheid van de informatie die de leveranciers voorafgaand aan of uiterlijk op het moment van afrekenen verstrekken, om te zorgen voor de juiste btw-behandeling (betalings- en rapportageverplichtingen) van de levering. Teneinde geen onevenredige lasten te veroorzaken voor marktplaatsen, wordt meer rechtszekerheid geboden en is hun aansprakelijkheid voor de betaling van de btw beperkt in vooraf omschreven gevallen.

Voorbeeld 1:

Een consument bestelt goederen via een elektronische interface van een onderliggende leverancier en vermeldt een leveringsadres in lidstaat A. De door de elektronische interface in rekening gebrachte btw is de btw die in lidstaat A op de goederen van toepassing is. Na de bestelling komen de afnemer en de onderliggende leverancier overeen dat de levering plaatsvindt in lidstaat B, waar het btw-tarief voor de geleverde goederen hoger is dan in lidstaat A. De elektronische interface wordt daar niet van in kennis gesteld. In deze situatie is de elektronische interface niet verantwoordelijk voor het btw-verschil en de potentiele boeten en interesten voor te late betaling in lidstaat B. De onderliggende leverancier kan alleen aansprakelijk worden gesteld als lidstaat B nationale maatregelen heeft ingevoerd die voorzien in de hoofdelijke aansprakelijkheid van de onderliggende leverancier.

Voorbeeld 2:

De elektronische interface wordt door de onderliggende leverancier op de hoogte gebracht van de waarde en aard van het goed, op grond waarvan de verschuldigde btw 100 EUR bedraagt. De elektronische interface geeft per abuis een btw-bedrag van 70 EUR aan. De bepaling inzake beperkte aansprakelijkheid is in deze situatie niet van toepassing en de elektronische interface is nog steeds gehouden tot de betaling van het bedrag van 30 EUR (het verschil tussen 100 EUR en 70 EUR) en de potentiele boeten en interest voor te late betaling.

Voorbeeld 3:

Tijdens een controle stelt de belastingdienst vast dat de btw-schuld 120 EUR had moeten bedragen, en niet 100 EUR zoals de elektronische interface had vastgesteld op grond van de informatie van de onderliggende leverancier. Aangezien de bepaling inzake beperkte aansprakelijkheid van toepassing is op bedragen die niet zijn aangegeven als gevolg van onjuiste informatie van de onderliggende leverancier / andere derden, wordt de elektronische interface niet gehouden tot de betaling van het btw-bedrag van 20 EUR (het verschil tussen 120 EUR en 100 EUR). In dat geval kan de onderliggende leverancier aansprakelijk worden gesteld wanneer de lidstaat nationale maatregelen heeft ingevoerd die voorzien in de hoofdelijke aansprakelijkheid van de onderliggende leverancier.

Voorbeeld 4:

Op de website van de elektronische interface worden goederen aangeboden door een onderliggende leverancier die zijn vestigingsplaats of een vaste inrichting heeft in de EU. De elektronische interface wordt er door de onderliggende leverancier van op de hoogte gebracht dat de aangeboden goederen zich in lidstaat A bevinden. De elektronische interface geeft derhalve geen btw aan met betrekking tot de verkoop van deze goederen. Tijdens een fiscale controle blijkt echter dat de goederen (allemaal of een deel ervan) in een zending rechtstreeks van een niet-EU-locatie naar de consument in de EU zijn verzonden en dat de waarde van de goederen in die zending niet hoger was dan 150 EUR. De elektronische interface is als gelijkgestelde leverancier voor de afstandsverkopen van ingevoerde goederen niet gehouden tot betaling van het desbetreffende btw-bedrag. Er mag bij deze transactie echter geen btw-verlies optreden, aangezien de btw bij invoer van de goederen in de EU is geind (lOSS-vrijstelling is niet mogelijk).

In tabel 2 hieronder staan de elementen die de door de belastingplichtigen gevoerde boekhouding moet bevatten, afhankelijk van de gebruikte regeling.

Tabel 2: boekhoudkundige verplichtingen van de gelijkgestelde leverancier bij gebruik van een van de bijzondere regelingen

Wanneer de belastingplichtige gebruikmaakt van de niet-Unieregeling (OSS) of de Unieregeling (OSS)

Artikel 63 quater, lid 1, van de btw- uitvoeringsverordening

Wanneer de belastingplichtige gebruikmaakt van de invoerregeling (IOSS)

Artikel 63 quater, lid 2, van de btw- uitvoeringsverordening

Informatie die de door de belastingplichtige gevoerde boekhouding moet bevatten a)    de    lidstaat   van      verbruik   waar      de

goederenlevering of dienst wordt verricht;

b)    het     soort    verrichte     dienst     of      de

omschrijving en de hoeveelheid van de geleverde goederen;

c)    de datum waarop de goederenlevering of dienst is verricht;

d)    de maatstaf van heffing met vermelding van de gebruikte munteenheid;

e)    latere verhogingen of verlagingen van de maatstaf van heffing;

f)     het toegepaste btw-tarief;

g)    het      verschuldigde     btw-bedrag      met

vermelding van de gebruikte munteenheid;

h)    de datum en het bedrag van ontvangen betalingen;

i)     eventuele    ontvangen      vooruitbetalingen

voordat de goederenlevering of dienst is verricht;

j)      indien een factuur wordt uitgereikt, de op de factuur vermelde gegevens;

k)    met betrekking tot diensten, de gegevens om de plaats te bepalen waar de afnemer gevestigd is of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft, en met betrekking tot goederen, de gegevens om de plaats te bepalen waar de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer begint en eindigt;

l)      enig bewijs van eventueel retourneren van goederen, met inbegrip van de maatstaf van heffing en het toegepaste btw-tarief.

a)      de     lidstaat     van     verbruik     waar       de

goederenlevering wordt verricht;

b)    de omschrijving en de hoeveelheid van de geleverde goederen;

c)    de datum waarop de goederenlevering is verricht;

d)    de maatstaf van heffing met vermelding van de gebruikte munteenheid;

e)    latere verhogingen of verlagingen van de maatstaf van heffing;

f)     het toegepaste btw-tarief;

g)    het verschuldigde btw-bedrag met vermelding van de gebruikte munteenheid;

h)    de datum en het bedrag van ontvangen betalingen;

i)     indien een factuur wordt uitgereikt, de op de factuur vermelde gegevens;

j)      de gegevens om de plaats te bepalen waar de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer begint en eindigt;

k) bewijs van eventueel retourneren van goederen,

met inbegrip van de maatstaf van heffing en het toegepaste btw-tarief;

l)     het        ordernummer       of       het      uniek

transactienummer;

m)   het uniek verzendingsnummer wanneer die belastingplichtige rechtstreeks betrokken is bij de levering

 

 

Please follow and like us:
Social Share Buttons and Icons powered by Ultimatelysocial